Artikel
Min Read

Hoe kan narratieve therapie werken in organisaties?

Een tijdje terug kwam ik in een rabbit hole terecht: die van narratieve therapie. Dat bracht me bij een jaaropleiding van Johan Van de Putte. Als vreemde eend in de bijt, want ik ben geen psycholoog noch therapeut (#stresske). Wél geloof ik in de kracht van taal en vanuit die nieuwsgierigheid kreeg ik de kans om deel te nemen. Ik daagde Johan uit om zijn boeiende inzichten toe te passen op werkplekken. En wat blijkt… daar kunnen we waanzinnig veel leren van de narratieve aanpak.

1. Neem 'normatieve' vacaturetaal onder de loep

Johan: “Wanneer ik een vacaturetekst lees, merk ik dat ik me snel een mislukkeling voel. Vacatureteksten wekken hoe dan ook een gevoel van falen bij me op. Hoe komt dat in godsnaam? Je leest iets en je voelt je een minder mens, dat is toch raar? Ik ga ervan uit dat dat niet alleen een syndroom bij mij is. Vacatureteksten zitten vol met triggers. Toegegeven, het is misschien wat vergezocht, maar wat zou je denken van een vacaturetekst die veel meer ruimte laat? Eentje die begint met “We zoeken een mens. Wat denk jij dat jij zou kunnen bieden?”. In mijn fantasie lezen mensen dit, komen ze op gesprek en delen ze iets met elkaar dat voor verbinding zorgt.”

"Toegegeven, het is misschien wat vergezocht, maar wat zou je denken van een vacaturetekst die veel meer ruimte laat? Eentje die begint met “We zoeken een mens. Wat denk jij dat jij zou kunnen bieden?”

“Vandaag is zo’n klassieke vacaturetaal de norm geworden. Alsof het zo hoort. Wie dat leest, voelt zich falen terwijl je beseft dat je iets te bieden hebt. Of je gaat jezelf opblazen en dus liegen… Dat is toch akelig? Dan word je aangenomen en begin je al met een oplichterssyndroom dat je moet wegwerken. Het voelt ook creepy dat iedereen dat normaal vindt. Die machtstechnieken zijn een aspect dat Michael White — grondlegger van de narratieve therapie — vaak benadrukt. Welke stemmen worden kleiner of groter gemaakt? Wat is taboe om te vertellen aan de kant van werkgever en kandidaat? Het is super interessant om die narratieve gevoeligheden in kaart te brengen en zo ruimte te creëren voor iets anders dan de norm.”

2. Wat dacht je van een 'sprankelgesprek'?

Johan: "In mijn sessies gebruik ik soms de sprankel-intake. Dit kan je ook inzetten tijdens een sollicitatiegesprek of aan het begin van een nieuwe samenwerking. Vraag sollicitanten naar hun sterke punten, belangrijkste waarden... Hetzelfde geldt voor een eerste gesprek met een klant. Op dat moment ontstaat er echt contact. Een verbinding met de ander als mens, en ook een stukje van jezelf als mens. Vanaf dat moment voelen mensen aan dat, wat er verder ook gezegd — of niet gezegd — wordt: ik ken je niet, maar ik voel dat je leeft. Ik denk dat deze aanpak een vruchtbare basis kan leggen. Hoewel je de hiërarchie — of bedelaar-beoordeler-relatie — niet volledig kan wegwerken, kan er binnen die context toch iets anders opduiken waarbij beide partijen even niet volledig in die oorspronkelijke rollen zitten, maar er iets nieuws ontstaat... Dat vind ik enorm waardevol. Dit maakt volgens mij ook mogelijk dat het daaropvolgende gesprek meer zakelijk wordt, gericht op de vacature zelf."

3. Bedenk hoe je over rollen spreekt

Johan: “Zelf zeg ik bewust eerder ‘ik heb psychologie gestudeerd’, dan wel ‘ik ben psycholoog’. Anders is dat een erg identificerende uitspraak. Het roept beelden op bij mensen en ik vind het fijner om een beetje ruimte te creëren, want ik ben meer dan dat. De Nieuw-Zeelandse psychotherapeute Johnella Bird spreekt over ‘relationele taal’ versus ‘samenvaltaal’.”

  1. “Ik ben psycholoog" (samenvaltaal)
  2. "Ik heb psychologie gestudeerd" (relationele taal)
  3. "Ik ben depressief" (samenvaltaal)
  4. "De depressieve gedachte die ik bij mezelf opmerk" (relationele taal

Johan: “Stel dat een collega zegt ‘ik ben geen psycholoog, dus ik weet dat niet’, wil die zeggen: ‘ik heb geen recht van spreken’. In de praktijk zou ik daarop antwoorden: ‘Ah, zeg daar nog eens iets wat meer over, over dat idee dat je daar niets van weet?’

Op de werkvloer kan het zijn dat een stagiair denkt ‘ik ben maar stagiair’ en daarom niet durft te spreken ten opzichte van anderen vanuit de angst om arrogant of onbedoeld onbescheiden over te kopen. Dan sluipt er twijfel binnen: is het wel legitiem dat ik iets zeg? Machtsverschillen, ook al zijn ze niet intentioneel, zullen altijd spelen. Een manier om die verschillen te beheren is niet een manifest op de muur plakken over ‘Wij zijn…’, want dat neemt niet weg dat sommigen zich minder gerechtigd voelen om te spreken doordat ze minder ervaring hebben, minder sexy of minder vlot zijn. Kortom, je kan verschillen niet ontkennen, maar ze wel omarmen door de juiste vragen te stellen.”

“Je kan verschillen niet ontkennen, maar ze wel omarmen door de juiste vragen te stellen.”

4. Wakker zelfwaardering aan

Johan: “Binnen narratieve therapie biedt de manier van feedback geven en vragen enorm veel kansen. Meer nog, het is soms zoveel beter dan een compliment. Zo zou je ook op het werk kunnen zeggen; “Ik ben onder de indruk van het plan dat je gemaakt hebt. Wat is jouw aanvoelen daarvan? En waarom?”

"Het idee achter zo’n vragen is om je collega de ruimte geven om zichzelf te positioneren ten opzichte van wat die gemaakt heeft. Je kan vragen stellen over welk stuk die collega het meest blij is en waarom precies. Met vragen zoals ‘Wat zegt dat over wat jij belangrijk vindt, over waar jij naartoe hoopt te gaan?’. Zo’n vraag is een uitnodiging. Als de context zich daartoe leent, zal die collega zichzelf horen vertellen op een manier die mogelijks empowerend is om nog een stap verder te gaan!”

Meer lezen van Johan?
  1. Sollicitatie-taal in de GGZ
  2. Relationele taal versus samenval-taal
  3. Johnella Bird in haar eigen woorden
  4. (Veel) beter dan een compliment
Author :
< Go Back

Related Articles

No items found.

Kennismaken?

Wil je zelf een nieuw verhaal verkennen? Of denk je: Wij moeten duidelijke eens afspreken?

Ja graag!

Meer weten?

Benieuwd naar het 'Waarom' achter Witruimte?

Over Witruimte